Kritische kanttekeningen bij een kille herfst: Staken in postmoderne tijden

 Verschenen in: Solidariteit, nr. 116, december 2003.


De 'hete herfst' die de FNV in reactie op de plannen van Balkenende II had aangekondigd, was helaas niet meer dan een koude douche. De acties voorafgaande aan het Najaarsoverleg waren over het algemeen geen succes. Op de FNV-website regende het grimmige mailtjes met klachten over 'publieksonvriendelijke acties'. Het publiek reageerde geërgerd en zonder begrip op de zoveelste staking en ook de stakers zelf waren niet altijd overtuigd van het nut of zelfs de noodzaak van hun acties. Daarmee laait de discussie over het nut van het stakingsmiddel – en van de vakbeweging als zodanig – weer op.

Volgens velen zou het mislukken van de FNV-acties te wijten zijn aan het feit dat de samenleving is veranderd en 'postmodern' is geworden. De ouderwetse arbeidersklasse, collectief in conflict met het Kapitaal, zou zijn opgelost in een versplinterde middenklasse van individuele burgers die ieder hun eigen belang binnen het kapitalisme najagen. Als gevolg zou de samenleving niet meer de solidariteit kunnen opbrengen die nodig is voor stakingen. Daarmee is de legitimiteit van de vakbeweging als zodanig discutabel geworden: zonder 'algemene belangen' te dienen mag de vakbeweging zich niet langer opwerpen als dé belangenbehartiger van alle werknemers. Werknemers zouden daarom in staat gesteld moeten worden om ieder voor zich (of hoogstens via de ondernemingsraad) afspraken met hun werkgever te maken. Eén en ander zou blijken uit het feit dat nog slechts één op de vier werknemers lid van een vakbond is. Voor veel leden van FNV bonden bevestigt het mislukken van de najaarsacties het bange vermoeden dat de vakbeweging geen vuist meer kan maken; velen hebben dan ook vóór het Najaarsakkoord gestemd als zijnde het hoogst haalbare.

Stakingsvormen

Dat de samenleving de afgelopen vijftig jaar sterk is veranderd, valt niet te ontkennen. Getergd door koppige arbeidersstrijd, maar ook op zoek naar nieuwe afzetmarkten, liet het kapitalisme, steunend op technologische vooruitgang, de lonen zodanig stijgen dat voor steeds grotere groepen arbeiders luxe-consumptie mogelijk werd. Bovendien vroeg de ontwikkeling van de industrie, de opkomst van de dienstensector en recentelijk de IT-branche, om steeds hoger opgeleide werknemers. Dit leidde tot een zeer gedifferentieerde beroepsbevolking met veel onderlinge statusverschillen en weinig solidariteit. Met als toppunt de kaste der managers die officieel tot de loon-afhankelijken behoren, maar feitelijk de belangen van het kapitaal vertegenwoordigen. Daarmee is de arbeidersklasse verworden tot een nostalgische mythe, de echo van een strijdkreet uit een rood verleden.

Maar is dat de reden waarom de FNV-acties zijn mislukt? Bij nader inzien liggen de zaken veel ingewikkelder. Wat tot nu toe in de talloze commentaren op de najaarsacties onopgemerkt bleef, is dat de FNV het stakingsmiddel heeft ingezet met weinig oog voor de verschillende functies van verschillende stakingsvormen. Kort gezegd, er is onvoldoende rekening gehouden met het elementaire onderscheid tussen de gewone, economische staking en de politieke, algemene staking. Een onderscheid dat toch gemeengoed is in de arbeidersbeweging. Zoals nog duidelijk zal worden, schept in deze postmoderne tijden met name de algemene staking interessante mogelijkheden voor de vakbeweging en voor Links in het algemeen.

Politieke staking

Eerst, misschien ten overvloede, wat basiskennis. Aanleiding bij een economische staking is een 'normaal' conflict over arbeidsvoorwaarden tussen de werknemers en werkgevers van één bedrijf of bedrijfstak. Zo'n staking is lokaal en hoeft niet te leiden tot sympathie of solidariteit bij overige burgers. Integendeel, de ergernis die de actie bij derden oproept, is juist een middel om de werkgever onder druk te zetten. De zaken liggen anders als het conflict in potentie alle werknemers of burgers van een land betreft, bijvoorbeeld als het gaat om dreigende oorlogsdeelname, kwesties van staatsinrichting of het economisch bestel. Doelwit van stakingen is dan niet meer een enkele onwillige werkgever, maar de politieke macht als zodanig. In tegenstelling tot de louter economische staking, berust het succes van een dergelijke politieke staking natuurlijk wèl op brede steun van de bevolking: slechts een meerderheid kan en mag de politiek sturen.

Vandaar dat traditioneel – van Domela Nieuwenhuis tot en met Walesa – de meest geschikte vorm voor de politieke staking wordt gezocht in de algemene staking. Daarbij leggen zoveel mogelijk werknemers uit zoveel mogelijk sectoren tegelijk het werk neer en brengen het land tot stilstand, variërend van één uur tot maanden achtereen. Een algemene staking kweekt niet alleen solidariteit onder stakers uit verschillende sectoren, maar maakt ook aan de rest van de bevolking duidelijk dat het de stakers niet slechts om hun eigen belang gaat, maar om wat zij zien als het 'algemene belang' van het land, wat dat ook moge zijn. Algemene stakingen kunnen oorlogen stoppen, dictators ten val brengen en democratische hervormingen afdwingen: zie Rusland 1905, Engeland 1926, Frankrijk 1968, Iran 1978, Polen 1980-1982 ...

Algemene staking

Zo erg is het in Nederland natuurlijk ook weer niet. Toch is duidelijk dat de FNV-acties bedoeld waren als politieke stakingen, gericht tegen de bezuinigingsplannen van Balkenende II. Op de achtergrond speelt een echt politiek probleem: houden we vast aan de verzorgingsstaat of gaan we naar een Amerikaans model waarin zoveel mogelijk publieke taken worden afgewenteld op de burger en de vrije markt? De fout van de FNV is echter dat niet gekozen is voor de politieke stakingsvorm bij uitstek, de algemene staking, maar voor estafette-acties, waarbij verschillende bedrijven om de beurt het werk neerleggen, uitgesmeerd over enkele weken. In woord en geschrift heeft de FNV wel geprobeerd om de politieke betekenis van de acties over te brengen, alsmede door de inzet van verschillende bedrijfstakken. Maar door de estafettevorm kwam die politieke betekenis domweg niet aan bij de rest van de bevolking. Uit een onderzoek van het bureau Arachnea bleek dat slechts 19 procent van de 1.600 ondervraagden wist waarom de FNV actie voerde!

De estafettevorm resulteerde in een versnippering van geïsoleerde acties, waarvan mensen de samenhang niet zagen. De acties werden dan ook ervaren als 'ordinaire', economische acties waar anderen alleen maar last van hebben en moeilijk begrip voor kunnen opbrengen. Mensen die op weg naar werk of school geconfronteerd worden met een staking, denken 'zijn ze nou alweer aan het staken voor hun eigen hachje, terwijl wij net zo goed door de bezuinigingen getroffen worden!'. Door de estafettevorm werkten de acties contraproductief en sterkten zij de regering juist in haar minachting voor de vakbeweging. Was voor een algemene staking gekozen, al was het maar voor één dag, dan was het wellicht heel anders gelopen en had het Najaarsoverleg meer dan slechts een sigaar uit eigen doos kunnen opleveren. De FNV heeft een kans laten liggen.

Links tegen Rechts

Hier zal ongetwijfeld tegen ingebracht worden dat voor een algemene staking nou net de benodigde solidariteit ontbreekt, zeker in een postmoderne samenleving als de onze. Maar dit argument gaat te snel. Het punt is juist dat algemene stakingen solidariteit en eenheid kunnen kweken waar deze afwezig zijn. Dit inzicht gaat als een rode draad door het denken over de algemene staking bij marxisten als Rosa Luxemburg, George Sorel en Antonio Gramsci. Voor Rosa Luxemburg was de arbeidersklasse nog een onproblematisch gegeven, het enige probleem was dat het proletariaat zich gewoonlijk niet van zijn eenheid als klasse bewust is. Algemene stakingen helpen het proletariaat om deze eenheid te hervinden, zo concludeerde Luxemburg uit de ontwikkeling van de Russische revolutie van 1905: "Om echter enige directe politieke actie als massa te kunnen voeren, moet het proletariaat zich eerst weer tot massa verenigen en hiertoe [...] moet het de verbrokkeling en versnippering in de afzonderlijke werkplaatsen, waartoe het onder het dagelijkse juk van het kapitaal is gedoemd, overwinnen. De massastaking is daarom de eerste natuurlijke, impulsieve vorm van iedere grote revolutionaire actie van het proletariaat." (Massastaking, partij en vakbonden, 1971 [1906] Nijmegen, p. 94.)

Maar voor de Franse marxist George Sorel, een tijdgenoot van Luxemburg, was de arbeidersklasse al geen vanzelfsprekend gegeven meer. Hij was zich scherp bewust van de verschillende ontwikkelingen in het kapitalisme die tot het opgaan van het proletariaat in de burgerlijke middenklasse zouden leiden. Om echter tegen het kapitalisme een vuist te kunnen maken, moest de mythe van het proletariaat wel in stand gehouden en zelfs versterkt worden. Daarin lag voor Sorel de taak van de algemene staking als de 'mythe van het socialisme': het verenigen van een gefragmenteerde samenleving rond de fictie van proletarische eenheid. Sorels scepsis over een puur economische klassenstructuur van de samenleving culmineerde vervolgens bij de Italiaanse, door Mussolini gevangen gezette, marxist Antonio Gramsci. Hoe een samenleving is georganiseerd en welke groep daarin de macht heeft, hangt volgens hem vooral af van welke groepsideologie de overhand heeft. Oftewel, in Gramsci's terminologie, welke groep 'hegemonie' bereikt. Daarin lag ook voor Gramsci het belang van de algemene staking, namelijk als uitgelezen middel voor het socialisme om hegemonie te verkrijgen.

Ook in een postmoderne samenleving als de onze kan een algemene staking bijdragen tot een nieuwe hegemonie, een hergroepering van Links tegen Rechts. De arbeidersklasse mag dan zijn opgelost in een burgerlijke middenklasse, het conflict tussen arbeid en kapitaal, of beter gezegd tussen leven en kapitaal, is nog springlevend. Het maken van winst gaat nog altijd ten koste van mens en natuur. Het verschil met vroeger is echter dat dit conflict niet meer is samengebald in de klassenstrijd tussen proletariaat en bourgeoisie. Met het verdwijnen van de arbeidersklasse is het conflict juist veel diffuser en individueler geworden, een spanning die voelbaar is in alle facetten van het dagelijks leven: het werk dat we doen, het voedsel dat we eten, de tv-programma's die we zien, de sociale relaties die we hebben.




No comments:

Post a Comment