Lentekriebels in het licht van Marcuse

 

Herbert Marcuse’s De eendimensionale mens (1964) – een cult-boek voor de protestgeneratie van mei ‘68 – was de afgelopen jaren een opvallende hype in Nederlandse links-intellectuele kringen. Een nieuwe vertaling in 2023 gevolgd door diverse boeken, artikelen, podcasts en een symposium in De Balie wezen op de verrassende actualiteit van Marcuse’s concept van de eendimensionale maatschappij. Er is inderdaad een treffende overeenkomst met onze huidige consumptiemaatschappij, waar alle fundamentele oppositie en kritisch bewustzijn uit verdreven lijken door technocratisch beheer, constant toenemende welvaart, massamedia-propaganda en de “valse verlangens” van leeg consumentisme. Ook de “Grote Weigering” – de enig oprechte houding die volgens Marcuse mogelijk is in een “totalitaire” consumptiemaatschappij – blijft daarbij inspireren (zie Donner 2022).


Marcuse en de Seksuele Revolutie

In deze Marcuse-renaissance heeft Eros en cultuur (1955) echter nauwelijks aandacht gekregen. Dat is een gemiste kans omdat – zoals ik in het volgende wil laten zien – dit eerdere boek van Marcuse misschien wel relevanter is voor onze huidige situatie dan De eendimensionale mens. In ieder geval was Eros en cultuur niet minder belangrijk voor de protestgeneratie van de jaren ‘60. Eros en cultuur was een van de basisteksten van de Seksuele Revolutie. Samen met Wilhelm Reich (die de term “seksuele revolutie” heeft gemunt) werd Marcuse gezien als dé filosofische pleitbezorger van een “niet-repressieve samenleving”, waarin de door Freud geanalyseerde onderdrukking van de seksualiteit overwonnen zou zijn. 


De door Reich en Marcuse ontwikkelde synthese van Marx en Freud liet zien hoe onderdrukking van het libido samenhing met de kapitalistische exploitatie van mens en natuur: “de erotische energie van de levensdriften kan niet worden bevrijd onder omstandigheden van louter op winst gerichte welvaart”, aldus Marcuse (2022: 28) De conclusie leek duidelijk: de seksuele revolutie moest tevens een socialistische revolutie zijn. En vice versa: de omverwerping van het uitbuitende kapitalisme was onmogelijk zonder bevrijding van de levensdrift, die aan de seksualiteit ten grondslag ligt.


Toch was Marcuse, anders dan Reich, geen onverdeeld voorstander van de Seksuele Revolutie zoals deze zich feitelijk in de jaren ‘60 en ‘70 ontwikkelde. De seksualiteit werd weliswaar ‘bevrijd’ maar de kapitalistische winstmachine bleef gewoon draaien, ondanks de revolutionaire oprispingen van mei ‘68. In de jaren daarna greep de kapitalistische consumptiemaatschappij alleen maar verder om zich heen, om in het neoliberalisme van de jaren ‘90 te culmineren. Vanuit het perspectief van Marcuse (die in 1979 overleed) moest er dus iets fundamenteel zijn misgegaan: de Seksuele Revolutie was (in ieder geval deels) een schijn-bevrijding. De erotische energieën van de levensdrift hadden wel meer ruimte gekregen kregen, maar slechts binnen de repressieve kaders van het kapitalisme. 


In plaats van de “polymorfe seksualiteit” die volgens Marcuse het échte doel van seksuele bevrijding moest zijn, dwz. de erotisering van het hele lichaam en zijn hele relatie tot de wereld, bleef de bevrijde seksualiteit beperk tot de genitalieën; de rest van het lichaam moest als “arbeidsmiddel” dienstbaar blijven aan de kapitalistische economie. En zelfs de bevrijde genitale seksualiteit werd “gecommodificeerd” en als consumptie-artikel ingeschakeld in het kapitalisme – kortom: de porno-industrie ging met de Seksuele Revolutie aan de haal. Marcuse (2023: 102) noemde de seksuele bevrijding van de jaren ‘60 dan ook treffend een “liberalisering” van de seksualiteit, vooruitlopend op de liberaliseringsgolf van de jaren ‘90.


Van repressieve tolerantie naar intolerante repressie

Al met al kwam de Seksuele Revolutie voor Marcuse neer op een bestendiging van de eendimensionale maatschappij. Al in Eros en cultuur had Marcuse daarvoor gewaarschuwd, namelijk dat “seksuele bevrijding als repressiemechanisme” kon worden ingezet: “[O]vervloed en welvaart zelf worden instrument van overheersing door het bieden van schijnvrijheid. [...] Seksuele vrijheid is in die zin in overeenstemming gebracht met profijtelijk conformisme.” (Marcuse 2022: 108-109) 


In De eendimensionale mens werkte Marcuse deze stelling verder uit: wat hij “repressieve tolerantie” oftewel de “schijnvrijheid” van de eendimensionale maatschappij noemde, strekte zich ook uit tot de seksualiteit (waarbij Marcuse dan spreekt van “repressieve de-sublimatie”). De toegenomen seksuele (dwz. genitale) bevrediging is onderdeel van de algehele toename in consumentistische behoeftebevrediging, waardoor mensen kritiekloos het heersende systeem accepteren. In die zin noemt Marcuse in De eendimensionale mens de bevrijde seksualiteit “bevredigend voor de bestuurde individuen, net zoals het racen met de buitenboordmotor, het aanduwen van de gemotoriseerde grasmaaier en het gasgeven in de auto leuk zijn”, maar het is een “bevrediging op een manier die onderwerping genereert” (Marcuse 2023: 105).


Waarom is Marcuse’s denken in Eros en cultuur over de complexe relatie tussen seksualiteit, kapitalisme, bevrijding en onderdrukking juist nu relevant? Antwoord: omdat wij juist nu een conservatieve tegenreactie meemaken, die de verworvenheden van de Seksuele Revolutie in rap tempo aan het terugdraaien is. Daardoor, zo zal ik betogen, moeten we óók onze mening over de actualiteit van Marcuse’s concept van de eendimensionale maatschappij herzien. 


Dat we nu een wereldwijde conservatieve tegenreactie meemaken is voor iedereen duidelijk. Van Amerika tot Rusland, overal staan autoritaire politici als Trump en Poetin op die de seksuele vrijheden van vrouwen (zoals anticonceptie en het recht op abortus) en queer-mensen willen terugdringen of zelfs helemaal afschaffen, ten faveure van een verstikkende traditionele heteronormativiteit. 


En niet alleen in de politiek, ook in de bredere bevolking zien we deze tendens richting een conservatievere seksuele moraal. Met als meest opvallende symptomen de teruglopende acceptatie van queer- en met name trans-mensen, de opleving van virulente vrouwenhaat en toxische mannelijkheid dankzij ‘manfluencers’ als Andrew Tate en president Trump (die over vrouwen zei: ‘Grab ‘m by the pussy’) en het groeiende fenomeen van trad wives, de “traditional wives” die welbewust voor een traditionele rolverdeling in het gezin kiezen, alsof er nooit een feministische emancipatie heeft plaatsgevonden. In Nederland kennen we specifiek het jaarlijks terugkerende gekrakeel rond de “Week van de lentekriebels”, de seksuele voorlichting aan schoolkinderen die een doorn in het oog is voor de groeiende conservatieve beweging.


Vaarwel eendimensionale maatschappij?

Wat betekent dit conservatiever worden van de seksuele moraal voor Marcuse’s concept van de eendimensionale maatschappij? Het antwoord lijkt duidelijk: als de seksuele bevrijding van de jaren ‘60 en ‘70 een wezenlijk bestanddeel vormde van de repressieve tolerantie en consumentistische behoeftebevrediging van de eendimensionale maatschappij, zoals Marcuse betoogde, dan komt de huidige conservatieve inperking van die vrijheid tevens neer op een ondermijning van diezelfde eendimensionale maatschappij. Onze maatschappij beweegt zich, kortom, van impliciet repressieve tolerantie naar openlijk intolerante repressie. 


Maar wat betekent dat precies? Beleven we nu dan een terugkeer naar een tweedimensionale maatschappij, waarin mensen zich weer bewust zijn van hun onderdrukking of althans een pijnlijk besef hebben van de gapende kloof tussen hoe de maatschappij feitelijk is en hoe zij zou kunnen zijn? Deze tweedimensionale “spanning tussen het ‘is’ en het ‘zou moeten’, tussen essentie en verschijning, potentialiteit en actualiteit” was volgens Marcuse cruciaal voor het kritisch bewustzijn: “Deze aanhoudende spanning doordringt het tweedimensionale universum van het discours, het universum van het kritische [...] denken.” (Marcuse 2023: 125) Alleen in naam van onderdrukte mogelijkheden en utopische alternatieven kan immers een heersende werkelijkheid theoretisch bekritiseerd en – door politieke actie – praktisch getransformeerd worden.


Zien we met de huidige conservatieve tegenreactie op de Seksuele Revolutie dan ook een terugkeer van het kritische denken gepaard gaan? Dat lijkt een contradictie, omdat – zeker vanuit een Marcusiaans perspectief – “kritisch denken” en “conservatisme” normaliter als tegengestelden worden gezien. Maar hoe moeten we het conservatiever worden van de seksuele moraal dan precies begrijpen? Betekent dit inderdaad dat Marcuse’s begrip van de eendimensionale maatschappij haar uiterste houdbaarheidsdatum heeft bereikt? 


En waarom dan precies? Wat ligt er ten grondslag aan de huidige veranderingen in de maatschappij, met name de overgang van repressieve tolerantie naar intolerante repressie? Betekent dit dat we een periode van hernieuwde revolutionaire protestbewegingen tegemoet kunnen zien? Maar waarom neemt dit hernieuwde ‘kritische bewustzijn’ dan vooralsnog de vorm aan van rechts-populisme en een conservatievere seksuele moraal? In volgende posts op deze blog zal ik proberen deze vragen te beantwoorden door nader in te gaan op Marcuse’s synthese van Marx en Freud.

Literatuur
– Donner, M. (2022), De Grote Weigering. Amsterdam: Prometheus.

– Marcuse, H. (2022), Eros en cultuur: Een filosofische bijdrage tot het werk van Freud. Utrecht: Erven J. Bijleveld.

– Marcuse, H. (2023), De eendimensionale mens: Studie over de ideologie van de geavanceerde industriële samenleving. Amsterdam: Atheneum-Polak & Van Gennep.







No comments:

Post a Comment